De afgelopen week was een heftige emotionele achtbaan. Op maandag 30 december besloot ik met Sol naar de huisartsenpost te gaan, aangezien hij een ritmisch gejammer liet horen. Terwijl hij dat deed keek hij mij aan op een manier van: “Mam, help mij. Doe iets.” De huisarts checkte vluchtig zijn oren en longen zei dat het er schoon uitzag. Alleen z’n keelamandelen leken een beetje verdikt. Hij vond Sol niet ziek genoeg om verder actie te ondernemen. Ik ging met een rotgevoel weer naar huis, want ik vertrouwde de situatie niet. En dat voorgevoel bleek te kloppen, want vanaf dat moment ging het heel snel bergafwaarts met ons mannetje.
Van de huisarts naar de spoedeisende hulp
Die nacht van 30 op 31 december werd Sol zo, zo, zo ziek… Zijn koorts was ontzettend hoog en hij had het heel zwaar met zijn pijnlijke hoest. Wat een zorgen hadden wij om onze baby. Thaddeus nam hem de volgende ochtend mee naar de huisarts en die stuurde de mannen gelukkig wel door naar de spoedeisende hulp. Maar daar werden ze na een paar uur en wat overleggen later ook weer naar huis gestuurd met paracetamol en Nurofen.
In de energiebesparingsstand
Sol was inmiddels een schim van zichzelf aan het worden. Hij bevond zich steeds ergens in een lusteloze staat tussen slaap en wakker zijn in. Hij had geen zin meer om te drinken of eten (en dus geen plasluiers meer), want dat was veel te hard werken. Je hoorde z’n keel en longetjes gewoon ratelen. Ook wanneer hij niet dronk had hij het zwaar met ademhalen: z’n neusvleugels krulden op en je zag intrekkingen bij z’n buikje. Op 1 januari belden we de huisarts weer. We wilden namelijk doorgestuurd worden naar de spoedeisende hulp. Opa en oma waren al naar ons huis gekomen om bij Jools en Pippa te blijven. Tijdens het aan de lijn wachten (‘u bent de eerstvolgende in de wachtrij, blijft u aan de lijn, u wordt zo spoedig mogelijk geholpen), pakte ik alvast wat spullen in. We gingen er vanuit dat we zouden moeten blijven, want we gingen ons niet meer weg laten sturen dit keer. Sol was echt heel, heel ziek.
Na 28 minuten de eerstvolgende in de wachtrij te zijn geweest, raadde Thaddeus mij aan om op te hangen en bij het keuzemenu op ‘1’ te drukken: voor een levensbedreigende ziekte. De telefoon ging wel over, maar ook nu werd er niet opgenomen. Thaddeus besloot dan maar gewoon met het directe nummer van de spoedeisende hulp te bellen. Maar zij zeiden dat je alleen bij hen terecht kunt via de huisarts. Uiteindelijk kreeg hij een telefoniste van de huisartsenpost in Voorhout aan de lijn en zij ondernam gelijk actie. Ze belde een ambulance. Tien minuten later kwam deze ons straatje inrijden. Oh wow. Dit is best heftig. Dit is serieus.
Eindelijk actie
Thaddeus en ik stonden op dat moment eigenlijk al in onze jassen, met onze tassen en met Sol in de autostoel klaar om naar het ziekenhuis te gaan. Maar het ambulancepersoneel wilde Sol eerst onderzoeken voordat er verdere actie werd ondernomen. Ze vonden Sol te ziek om door ons met de auto vervoerd te worden: hij moest mee met de ambulance. We namen afscheid van de geschrokken thuisblijvers: opa, oma, Jools & Pippa. Ik ging met Sol mee de ambulance in en Thaddeus reed achter ons aan.
Op de spoedeisende hulp hoefden we niet lang te blijven. De kinderarts in opleiding deed een paar onderzoeken, constateerde een longontsteking en stuurde ons daarna door naar boven; naar een kamertje in quarantaine voor Sol op de kinderafdeling.
Meten is weten
Sol werd aangesloten op een monitor die z’n hartslag, zuurstofgehalte en ademhaling konden meten. Helemaal niet handig al die snoeren, maar wel zo fijn dat hij scherp in de gaten werd gehouden. Alles wat je op dat moment wilt is iets om je aan vast te houden wat wel goed gaat. En heel dicht bij mensen in de buurt zijn die weten wat ze doen en je helpen om voor je zieke kindje te zorgen.




Leven op een vierkante meter
En toen werd ons wereldje letterlijk en figuurlijk heel klein. We leefden op een vierkante meter met ons zieke mannetje. We konden geen kant met hem op ivm alle snoeren en na 2 dagen waren daar ook een sonde en een zuurstofslangetje aan toegevoegd. Alles om hem te helpen om aan te sterken en het virus te bestrijden. Wat ook goed hielp waren de bezoekjes van Sol zijn allerliefste zussen. Zodra zij Sol z’n kamertje binnenkwamen, zag je bij Sol wat meer leven in zijn ogen. Hij is ZO verliefd op zijn zussen, dat hij voor hen altijd nog ergens een restje energie heeft om naar hen te lachen. Jools en Pippa kwamen zo goed als dagelijks twee uurtjes op bezoek en vermaakten zich prima met rubber handschoenen, mondkapjes, een white board en een activiteitenboekje die ze van de pedagogisch medisch medewerkster hadden gekregen. De meiden kunnen zo aan de slag als Clini Clowns, want hun voorleesverhaaltjes, hondenshows en liedjes vielen helemaal in de smaak bij de patiënt. Zelfs op z’n allerziekste momenten reageerde hij toch op zijn zussen. Als papa en mama kun je daar alleen maar niet normaal trots op zijn.

















De meiden vonden het ziekenhuisleven razend interessant. Thaddeus en ik vonden het vooral loodzwaar. Het nauwelijks slapen, het 24/7 zorgen en zorgen maken. Gelukkig konden we elkaar afwisselen om even die vierkante meter te verlaten en op te laden. Op die momenten dat we niet in het ziekenhuis waren, probeerden we leuke dingen met Jools en Pippa te doen. We wilden hun kerstvakantie toch nog zo leuk mogelijk voor hen te maken en het leven thuis zo normaal mogelijk te houden. Ik ben enorm trots op ons, want dat is gelukkig best goed gelukt! Ook ben ik trots op en dankbaar voor onze familie en vrienden die onvoorwaardelijk voor ons klaar stonden en een helpende hand boden. Zo gewaardeerd!
Instortingsgevaar
Met de dag werd het leven in de ziekenhuisbubbel pittiger. Gelukkig hield onze oerkracht en de mooie momenten houden ons op de been. De mooie momenten waren heel klein, maar vierden we groots. Dat hij even aan de borst wilde bijvoorbeeld. Of mega lol met de verpleegster midden in de nacht toen we dachten dat we het kolfapparaat niet aan de praat kregen, we deze op mijn borst zetten en hij het toch wel bleek te doen en de verpleegster hem per ongeluk op de allerhoogste stand had gezet (we hebben gegierd van het lachen). Maar ook wanneer Sol voor zijn doen blij reageerde op een boekje, een liedje of de schoonmaakster. Aan die mooie momenten klampten we ons vast.
Maar toen ik op zaterdagmiddag ‘afgelost’ werd door Thaddeus en met de meiden even naar Lievelingetjes ging om te knutselen, stortte ik bijna in. Opeens kwam alles keihard binnen en voelde het zo idioot om tussen allemaal blije en gezellige mensen in te zitten. Dat overviel me enorm. Gelukkig hielp het om te zien dat Jools en Pippa zo heerlijk aan het knutselen waren. Voor hen was ik daar. Voor hen moest ik doorzetten en me sterk houden. Dat lukte.
Wat ook hielp was om te bedenken dat het voor mij heel goed was om even van die vierkante meter weg te zijn. Dit had ik nodig om straks weer in de volledige zorgmodus te kunnen (blijven) staan. Ik sprak mezelf toe dat het arrogant zou zijn om te denken dat ik onmisbaar ben daar in het ziekenhuis. Sol werd fantastisch verzorgd door zijn papa en de verpleegsters. Door dat in m’n hoofd te prenten, gaf ik mezelf een schop onder de kont om me minder rot te voelen.
Een lachje. JAAA een lachje!!!
Och jongens. Dat moment waarop je je eigen kind weer begint te herkennen. Wanneer je ziet dat hij weer een beetje z’n eigen normale zelf begint te worden… Een lachje, een brabbeltje, drinken uit de borst, een grijpbeweging naar een speeltje: YES YES YES! One small step for a man, but a GIANT LEAP for Sol. Dit betekende zoveel. Dit betekende het begin van een stijgende lijn. Eindelijk. Eindelijk!
Ontslagen worden? Ja graag.
Er is maar 1 plek waar je graag ontslagen wordt. En dat is in het ziekenhuis. Toen Thaddeus mij belde om te vragen of Taxibedrijf de Graaf alsjeblieft naar Haarlem kon komen om 2 meneren op te halen, moesten Jools, Pippa en ik huilen van geluk. En m’n mamsie ook toen ik haar het goede nieuws vertelde. Alle opa’s, oma’s, tantes, ooms en onze dierbare vrienden hadden natuurlijk ook zo ontzettend met ons meegeleefd. Wat een opluchting voor ons allemaal!


Home sweet home
En nu zijn we weer heerlijk met z’n vijfjes onder één dak. Wat een geluk om weer allemaal thuis te zijn. Ons hele cluppie is weer compleet. Ik mag deze week nog thuis blijven van m’n werk om goed voor Sol te kunnen zorgen. Want hij heeft echt nog wel een flinke weg te gaan. Eten gaat nog steeds niet van harte en lange stukken achtereen slapen blijft ook een uitdaging. Om z’n herstel te bevorderen nemen we hem lekker veel mee naar buiten. Het Keukenhofbos is Sol z’n kuuroord geworden. Net zoals vroeger mensen met longaandoeningen naar Zwitserland gingen, maar dan net ietsje dichterbij. Samen crossen door de bossen met Sol z’n nieuwe wheels: De Stokke Trailz. Ik kan er zelfs mee over/door de modderige paden racen. Én over de atletiekbaan haha! Moesten we toch een keertje uitgeprobeerd hebben. We gingen papa Thaddeus een kusje brengen tijdens onze run -hij is (manueel) fysio en mag de fitnessruimte van av de Spartaan als zijn prachtige werkplek noemen-, dus dat stukje buggy run op de baan pikten we mooi mee.


Ook fietsen Sol en ik samen heel wat af met onze Babboe City. Nou ja, ik fiets en hij slaapt meestal. Van dat gehobbel ga je heerlijk dromen.


Knuffelen als medicijn
Met Sol gaat het iedere dag weer een beetje beter. Thuis zijn doet hem duidelijk goed. Want hetgeen wat hier onbeperkt kan en ALTIJD een goed idee is, is knuffelen. Een flinke dosis liefde maakt bijna alles beter. Gelukkig zijn we daar allemaal gek op en knuffelen we ons suf.















Nog een belangrijk medicijn is jullie liefde. Ondanks dat ik even off the radar was op Instagram, Facebook en MOMspiration.nl, mocht ik toch de liefste berichtjes ontvangen. Die hartjes onder de riem waren echt enorm fijn tijdens deze best wel pittige periode. Dank dank dank daarvoor.
Oh, ik hoor een meneertje boven huilen. Het is eigenlijk niet echt tijd voor de borst, maar ik ga hem toch even verwennen. Lekker even goed genieten van elkaar….
liefs,
Annette
Gepubliceerd door